Een specht krijgt geen hoofdpijn tijdens het hameren op bomen vanwege verschillende fysieke aanpassingen die de vogel heeft ontwikkeld.
1. Dikke schedelbeenderen: De schedelbeenderen van een specht zijn relatief dik en stevig. Dit helpt om de impact van het hameren op te vangen en te verspreiden, waardoor de kans op letsel wordt verminderd.
2. Spongieus bot: Onder de harde buitenlaag van de schedel bevindt zich een laag spongieus bot. Dit bot heeft een sponsachtige structuur met kleine luchtruimtes. Het spongieuze bot fungeert als een schokdemper, het helpt bij het absorberen en verdelen van de impactenergie.
3. Verstevigde beenderen: Bepaalde delen van de schedel van de specht zijn extra verstevigd. Bijvoorbeeld het voorhoofdsbeen, dat bekend staat als het "schokabsorberende bot". Dit bot helpt bij het dempen van de trillingen die ontstaan bij het hameren.
4. Flexibel gewricht: De schedel van de specht heeft ook een flexibel gewricht tussen de snavel en de schedel, bekend als het craniofaciale gewricht. Dit gewricht absorbeert en verdeelt de impactenergie, waardoor de belasting op de hersenen wordt verminderd.